Woord Vertaling
Menaezie

Manege.

Persfemiêlie

Vriendschappelijke relaties, verkregen door koop of verkoop van een paard of door het gezamenlijk beoefenen van de paardensport.

Haamgeld/Startgeld

Bij de verkoop van een paard of veulen kreeg de knecht die met de paarden werkte en ze verzog een fooi van de eigenaar.

Paerd

Paard(-en)

Väöle(s)

Veulen(s)

Poetje

Paardje

Aanspender

Een jong paard dat voor het eerst wordt aangespannen om te leren lopen in het tuig.

Gevaers

Ingespannen paard met rijtuig.

ne Sannie

Humeurig, onbetrouwbaar paard.

Kruuërsperdje

Scharminkel van een paard.

Fóngs-paerd

Paard dat wegens een gebrek alleen geschikt is voor de slacht en verzekerd is in een onderlinge fondsverzekering.

Hónsele

Het zacht hinniken van een paard als uiting van blijdschap, ter begroeting.

Schufele

Hinniken van een paard.

Hop/Allé-hop

Vooruit! Bevel aan het paard om voort te gaan.

Hop-truuk/truuk-op

Achteruit! Bevel aan een paard om achterwaarts te gaan.

Haar/Haar-op

Links! Bevel aan een paard om naar links te gaan.

Hot/Hot-op

Rechts! Bevel aan een paard om naar rechts te gaan.

Hou(w)/Juûh

Halt, sta stil! Bevel aan een paard om stil te blijven staan.

Aantouwe

Een paard het tuig aan doen.

Hudsel/Helfter

Hoofdstel van een paard

Geschier

Het tuig van een paard.

Persstrânk

Leidsel van een paard.

Vaarliên

Leidsel van een paard bij het trekken van de kar

Ploogliên

Leidsel dat gebruikt wordt het ploegen met een paard.

Karliên

De lijn waarmee men een ingespannen paard stuurt.

Karklinge

Trekkettingen, bevestigd tussen paard en kar.

Strânk

Kort touw of korte leren lijn, als leidsel aan het hoofdstel bij een loslopend paard

Helfterstrânk

Touw, vastgemaakt aan het hoofdstel van een paard.

kwikbânk

Buikriem, nderdeel van het paardentuig.

Startlaer

Ronde riem die onder de staart van het paard doorloopt, onderdeel van het paardentuig.

Oeëglappe/Schaerlappe

Oogkleppen van een paard.

Gebaêt

Bit van een paard.

Kopnet

Vliegennet, met uisparingen voor ogen en oren, dat een paard over hoofd en hals krijgt als bescherming tegen insecten.

Kopzak/Hekselzak

Juten voerzak, gevuld met haver en haksel die aan het hoofd van het paard werd gehangen tijdens rustpauzes onderweg en op het veld.

Riês

Dunne twijgen rijshout die tussen het paard en het tuig werd gestoken, zodat het dier minder last had van vliegen en dazen.

Kloêster

Touwslot met houtblok voor het vastzetten van een paard.

Hotstâl

Stellage bij de smid waarin het paard wordt geplaatst als het moet worden beslagen.

Beslaon

Beslaan.

Krub

Krib, voerbak van een paard.

Manestrânk

Bovenzijde van de nek van een paard.

Âchterhângd/Âtterhânk

Achterhand. Het achtergestel van een paard.

Hazenhak/Hazezak

Hielbeengal; dit is een vochtige ontsteking aan het spronggewricht van een paard.

Leiwater

Leewater; vocht in de gewrichten als ziekte bij een veulen.

‘t Paerd scherp make.

Als het glad is, krijgt een paard schroeven onder de hoefijzers, om zich schrap te zetten op gladde of beijzelde wegen.

‘t Paerd virkentig scherp make.

Bij erge gladheid schroeven onder de vier hoefijzers van een paard zetten, om het uitglijden op de beijzelde weg tegen te gaan.


Ontvang iedere week een overzicht met de populairste Sevenumse woorden.